3. Bedrijfsarchitectuur
Laatst gewijzigd door Gebruiker afgeschermd op 17-06-2024 14:28:45
3.1 Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de principes, uitgangspunten en genomen beslissingen die relevant zijn voor het ontwerp van de organisatie.
3.2 Organisatie
De volgende principes gaan over de inrichting van de Organisatie.
Bedrijfsarchitectuur: Organisatie
| |||
Code
|
Principe/Toelichting
|
Status
| Datum |
P3.1.1 |
Procesgerichte organisatie: De organisatiestructuur van de omgevingsdienst is ingericht op basis van de processen.
Onderbouwing
Minder differentiatie, functiescheiding goed mogelijk, draagt bij aan resultaatgericht werken. | Referentie[1] | 27-02-2018 |
P3.1.2 |
Ondersteuning centraal: Ondersteunende functies worden centraal georganiseerd.
Onderbouwing
Uit oogpunt van efficiency en kwaliteit. Implicatie en genomen besluitDaar waar in eerste instantie dit besluit vertaald werd naar het centraal afnemen van ondersteunende functies bij een van de deelnemers, als uitwerking van U1 en U7. Wordt hier nu mee bedoeld dat ondersteunende functies, zoals de administratieve ondersteuning in het primair proces centraal binnen ODT worden geregeld. Daar waar mogelijk wordt samenwerking gezocht met andere partijen om de robuustheid en schaalgrote te ondersteunen. | Aangepast 07-04-2021 | |
P3.1.3 |
Uitvoering in opdracht van bevoegd gezag: Het bestuursorgaan van de opdrachtgever (Gedeputeerde Staten van de provincie, Burgemeester & Wethouders van de gemeente) blijft het bevoegd gezag voor de taken die overgaan naar de omgevingsdienst. De omgevingsdienst is verantwoordelijk voor de uitvoering.
Onderbouwing
Een omgevingsdienst is op basis van een Gemeenschappelijke Regeling / Openbaar Lichaam verantwoordelijk voor de uitvoering van provinciale en gemeentelijke taken. | Referentie[1] | 27-02-2018 |
| P3.1.4 |
Mandaat volgt regie: Als de ODT de regie voert over de uitvoering, dan wordt ook het mandaat voor de afhandeling bij de ODT belegd.
Onderbouwing
Dit volgt uit het bedrijfsplan. De regievoerende partij is tevens de partij die de aanvraag afhandelt en het bijbehorende besluit verzorgt. ImplicatieIn Twente leidt dit onder meer tot:
Er zijn op dit moment mandaatregelingen en afspraken die strijdig zijn met dit principe. Hierdoor ontstaan onbedoeld maatwerk afspraken die eigenlijk vragen om extra producten en diensten, of uitzonderingen in de processen. Dit leidt tot onduidelijkheid bij de medewerkers over de gemaakte afspraken. Indien de uitzonderingen gehandhaafd blijven zouden deze producten en diensten ook gevoerd moeten gaan worden, zodat er nieuwe kerngetallen gedefinieerd kunnen worden voor de uitzonderingen. Niet alleen de aangepaste tijd in de afhandeling van het product maar ook de instandhouding van de uitzondering en de benodigde systeemaanpassingen (zoals specifieke workflows) moeten dan in het kental worden meegenomen. Het is beter de discussie te voeren over de achterliggende reden of wens tot afwijking. Een mandaat passend bij mandaat volgt regie geeft flexibiliteit. Op zaakbasis kan gekeken worden wie de regie heeften dus de besluitvorming organiseert. Bijvoorbeeld bij een zeer bestuurlijk gevoelig onderwerp kan besloten worden om af te wijken (conform de regels in de Gemeenschappelijke Regeling). Nu ODT volwassener begint te worden, op basis van efficiëntie ook op basis van output gefinancierd moet gaan worden, is het goed om de uitzonderingen langs te gaan en opnieuw te bezien vanuit alle invalshoeken. | Referentie[1] | 27-02-2018 |
Regie bepaalt zaak: De partij die regie voert zorgt dat de zaak wordt bijgehouden, en zet de taken uit die nodig zijn voor uitvoering van de zaak.
Onderbouwing
Dit is bijna per definitie zo. Middels de zaakregistratie houdt de regievoerder overzicht over de uitvoering. ImplicatieElke organisatie werkt in zijn eigen systeem. De regievoerder vraagt bij de deel-uitvoerder producten aan (een deelzaak) en de regievoerder bewaakt binnen de eigen zaak de termijnen. De regievoerder voert het dossier en communiceert over de zaak. Voorbeelden:Bij een melding ligt de regie bij de ODT. De ODT start de zaak, voert het dossier en communiceert over de zaak. Bij het afronden van de zaak wordt het dossier overgedragen aan het bevoegd gezag ter archivering. Bij een meervoudig complexe vergunning met de nadruk op bouw ligt de regie bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag vraagt een advies aan voor milieu bij de ODT. De ODT maakt een eigen deelzaak aan voor de afhandeling en levert een eindproduct aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag voert het dossier en communiceert over de zaak. NootHet kan zijn dat degene die een deelzaak uitvoert daarin een bepaalde bevoegdheid vertegenwoordigt. Het product van de deelzaak is dan niet een (vrijblijvend) advies maar een zwaarwegend oordeel. Het product bestaat dan uit een tekst waarover een besluit wordt genomen door het bevoegde gezag en deze tekst geldt dan als input voor het besluit van de zaak. Opdrachtverlening van bevoegd gezag naar ODT verloopt via het portaal. In het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) komen er voorzieningen om zaken aan elkaar door te geven. Hierbij is het in de toekomst mogelijk om als uitvoerende partij de gevoerde producten en diensten catalogus(PDC) aan te geven. Zaken worden dan aan elkaar doorgegeven op basis van het gewenste product. Het product bepaalt dan het zaaktype. De regie-voerende partij kan van een ketenpartner een product(zaak) aanvragen via de DSO en de daarbij behorende Samenwerkingsfunctionaliteit(SWF) | 27-02-2018 | ||
Dossier volgt regie: Degene die regie voert houdt de zaak bij en daar is binnen de ODT het dossier onlosmakelijk mee verbonden.
Onderbouwing
Als de ODT de regie voert en de zaak bijhoudt dan is het logisch om ook de dossiervorming daar te laten plaatsvinden. Dit is het dynamisch dossier, niet het semi-statisch dossier/ archief. Dit wordt ook wel aangeduid met het werkdossier. ImplicatieAls de ODT niet de regie voert dan wordt het dossier opgebouwd bij de opdrachtgever. Dit is het geval als de ODT een deel van de zaak uitvoert. In dat geval levert de ODT een deelproduct: een advies of een deelbesluit. De ODT levert werkdocumenten aan voor de regievoerder die het dossier voert. Noot (zie de noot bij het voorgaande principe!)Als in een deelzaak een oordeel wordt afgegeven dan wordt dit oordeel opgenomen in het dossier van de zaak. Degene die de regie voert over de zaak moet het dossier immers compleet houden en dus ook dit oordeel daar in opnemen. Alleen op deze manier kan het dossier tot een goede archivering leiden. Binnen de ODT worden alle relevante stukken(eindproducten) digitaal op een archiefwaardige bewaard. | 27-02-2018 | ||
P3.1.7 |
Archivering volgt opdrachtgever: De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het archief, is de zorgdrager. De opdrachtgever kan de uitvoering uitbesteden (aan de ODT of aan een andere archiefvormende partij).
Onderbouwing
Dit volgt uit de archiefwet. In de archiefregeling wordt onderscheidt gemaakt in zorgdragen (bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen voor het archief) en uitvoeren (zorgen dat de archivering conform de archiveringsregels plaatsvindt). ImplicatieIn de gemaakte keuzes houdt dit in dat bij de start van de zaak het bevoegd gezag de juiste informatie UIT het archief moet aanleveren aan de ODT voor de uitvoering van de zaak. Na de afronding van de zaak heeft de ODT de verplichting om een archiefwaardig dossier aan te leveren aan de opdrachtgever om toe te voegen aan het archief. Invoeren vewijzing afspraken ketenportaalHier zullen goede werkafspraken over gemaakt moeten worden. In de praktijk bij andere diensten is gebleken dat dit een tijdsintensief en moeizaam proces kan zijn. Daarbij geldt ook nog dat is afgesproken dat digitaal aanleveren (wederzijds) het uitgangspunt is. TODO: https://odtwente.atlassian.net/browse/PLAN-631 | 27-02-2018 | |
3.3 Diensten
De diensten zijn beschreven in de bijlage Diensten .
Principes met betrekking tot de dienstverlening
Bedrijfsarchitectuur: Diensten
| |||
Code
|
Principe/Toelichting
|
Status
| Datum |
P3.2.1 |
1 benoemd en bezegeld niveau van dienstverlening: De ODT spreekt 1 niveau van dienstverlening af met de opdrachtgevers (provincie, gemeente), afgestemd met de kaders die de opdrachtgevers daarvoor hanteren.
Onderbouwing
Voor de dienstafnemer (burger, bedrijf) dient de dienstverlening van de opdrachtgever kwalitatief eenduidig en transparant te zijn. Dit ongeacht of de dienst wordt uitgevoerd door de opdrachtgever of door de uitvoeringsdienst. ImplicatiesDe opdrachtgever draagt haar visie op dienstverlening uit binnen de Omgevingsdienst. De omgevingsdienst kent meerdere opdrachtgevers. Dit betekent dat ODT dit moet harmoniseren in overleg met de opdrachtgevers. Hiervoor is de PDC en de Twentse norm richtinggevend. | 27-02-2018 | |
P3.2.2 - U2 U14 U15 |
1 benoemd en bezegeld niveau van elektronische dienstverlening: De ODT spreekt 1 niveau van elektronische dienstverlening af met de opdrachtgevers (provincie, gemeente), afgestemd met de kaders die de opdrachtgevers daarvoor hanteren.
Onderbouwing
De Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA) leent zich bij uitstek voor een uitvoerende, dienstverlenende instantie als de omgevingsdienst. PETRA is de interprovinciale afgeleide van NORA. De gemeentelijke referentiearchitectuur (GEMMA) geeft ook een verdieping van NORA. Omdat de taken voor de Omgevingsdiensten uitvoerend zijn, zijn onderwerpen als zaakgericht werken en het gebruik van basisregistraties zeer relevant. GEMMA levert standaarden op dat gebied. ImplicatiesODT moet dit harmoniseren in overleg met de opdrachtgevers. Dit betekent dat de referentiearchitectuur voor de overheid (NORA), provincies (PETRA) en gemeenten (GEMMA) ook binnen de omgevingsdienst als referentie geldt. Omgevingsdiensten dienen toegang te hebben tot kennis en expertise van het kader voor de elektronische dienstverlening (NORA, PETRA, GEMMA). Met name kennis van de standaarden GEO (zoals vastgesteld door het College Standaardisatie), RSGB , RGBZ , ImZTC en StUF is zeer relevant. In het kader van de omgevingswet komen hier voor de lange termijn de nieuwe zaakgericht werken API Standaarden(ZGW-API ) bij. | 01-04-2021 | |
P3.2.3 |
Dienstverlening omgevingsdienst: Bereikbaarheid, beschikbaarheid, snelheid en kwaliteit van medewerkers en informatie staan centraal. Stand van zaken van een dienst kan digitaal worden gevolgd via ’track and trace’
Implicaties
Het invullen van dit niveau wordt bepaald door de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de taken die de ODT uitvoert. Dat geldt als minimumniveau, waarbij de ODT verantwoordelijk is voor dat deel waarvoor zij voor de opdrachtgevers procedures uitvoert. Dit houdt in dat de opdrachtgevers in staat zijn om digitaal de status van een zaak te volgen. De verschillende statussen die een zaak doorloopt is vooraf bekend, doordat de realisatie van een product een vast proces (zaaktype) doorloopt. De verschillende processen zijn vastgelegd in een zaaktype catalogus. Toelichting: Hier zijn bedoeld: publicatieverplichtingen en informatieverplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving waarvoor de ODT taken uitvoert. Bijvoorbeeld richting de initiatiefnemers en belanghebbenden bij de behandeling van de aanvraag van een vergunning. Bij snelheid kan je denken aan het handelen binnen de wettelijke termijnen. Houd er rekening mee dat de termijnen veel korter gaan worden a.g.v. de Omgevingswet. | 27-02-2018 | |
P3.2.4 - U10 |
Gebruik landelijke gegevens volgt uit doelbinding: De ODT kan beschikken over de landelijke gegevens die zij nodig heeft in de uitvoering van die taken waarin de opdrachtgevers óók over die landelijke gegevens kunnen beschikken. De ODT neemt daarbij de beperkingen die gelden voor de opdrachtgevers 1-op-1 over.
Onderbouwing
De omgevingsdienst levert diensten namens de opdrachtgever. De gegevens die de opdrachtgever voorheen betrok uit de landelijke basisregistraties dienen daarom ter beschikking te komen van de omgevingsdienst. Waar de opvraging plaatsvindt is voor de bronhouder niet belangrijk: als het maar duidelijk is vanuit welke hoedanigheid (wettelijke taak, rechtsvorm) de gegevens worden opgevraagd. ImplicatieDenk aan beperkingen bij privacygevoelige en bedrijfsgevoelige gegevens en aan voorwaarden voor het gebruik van bepaalde basisregistraties zoals de BRP. | 27-02-2018 | |
3.3.1 Principes over het loket en de informatievoorziening
In onderstaande principes wordt gesproken over loket en portaal. Het loket is de publieksfunctie bij het bevoegd gezag. De balie, de website, het klantcontactcentrum zijn allen onderdelen van het loket. Vragen moeten daar beantwoord kunnen worden door “het loket”. In eerste instantie is dit tussen de dienstafnemer, de eindklant, van een product van de overheid. Bijvoorbeeld de persoon die de vergunning aanvraagt. De ingang van de aanvrager, de eindklant, is het loket bij het bevoegd gezag.
Ook kan het zijn dat een belangstellende vragen heeft over een situatie in zijn omgeving. Ook dan kan hij of zij terecht bij het loket. Dit noemen we in dit document het omgevingsloket. Dat deel van het loket, waar je vragen kan stellen over informatie in je omgeving. Dat is vaak andere informatie die verstrekt kan worden, dan de informatie aan de eindklant, de aanvrager in ons voorbeeld. Vaak is het omgevingsloket geen specifiek ander loket dan “het loket” bij het bevoegd gezag. Het heeft echter wel een andere functie.
Het portaal is de oplossing tussen de ODT en de bevoegde gezagen om een aantal zaken te regelen:
- Opdrachtverstrekking
- Documentuitwisseling
- Zaakstatus uitwisseling
- Zaakinformatie uitwisseling
- Verantwoording.
In onderstaande afbeelding zijn alle zaaktypen versimpeld tot negen processtappen waarop communicatie tussen afnemer(eindklant), bevoegd gezag en de omgevingsdienst zijn weergegeven. Daarnaast zijn de archiefstromen weergegeven:
- Archiveren bij Omgevingsdienst
- Archiveren bij Bevoegd Gezag
- Synchronisatie tussen Omgevingsdienst en Bevoegd Gezag (Toekomstige visie: Zie Referentie[6] )
Bedrijfsarchitectuur: Organisatie
| |||
Code
|
Principe/Toelichting
|
Status
| Datum |
P3.2.5 --- U4 U5 |
Loketfunctie bij opdrachtgever: Communicatie met burgers en bedrijven zal in eerste instantie via de bevoegde gezagen lopen.
Onderbouwing
Dit volgt rechtstreeks uit het bedrijfsplan en uit principes als “Overheid heeft antwoord”, waarin de gemeente als loket voor alle overheidsdiensten gezien wordt. ImplicatieHet loket van het bevoegd gezag heeft vooral een externe werking, reageert op externe triggers (aanvraag vergunning, verzoek tot handhaving, overlastmelding, klacht), niet op interne triggers (controle plannen, handhavingsactie uitvoeren). Het betekent dat het loket van het bevoegd gezag een informatiepakket moet krijgen over wat de ODT uitvoert zodat het loket de leefomgeving adequaat kan informeren. Omgekeerd dienen zaken binnengekomen via het bevoegd gezag beschikbaar gesteld te worden aan de ODT. ToelichtingDit houdt ook in dat het bevoegd gezag de vertaling maakt van het aangevraagde product naar de ODT en nagaat welke dienstverlening van de ODT benodigd is en deze ook aanvraagt bij de ODT. | 27-02-2018 | |
P3.2.6 --- |
Informatieverstrekking volgt regie: Degene die regie voert over de uitvoering, zorgt ook voor de informatievoorziening richting de aanvrager (burger, bedrijf).
Onderbouwing:
De regievoerder heeft immers alle informatie over de gehele zaak en beschikt dus over alle informatie om de aanvrager te informeren. ImplicatieZie de diagram Interactiepunten Ketenportaal over het informeren van het loket! Het loket krijgt vragen van omwonenden en die zijn anders dan de vragen van de aanvrager. Het loket moet dus toegang hebben tot de zaakinformatie om de omgeving adequaat te kunnen informeren. NootIn de praktijk wordt warm doorverbonden naar de ODT via de administratieve ondersteuning. | 27-02-2018 | |
| P3.2.7 |
Loket is geïnformeerd over de status van de zaak en heeft toegang tot de informatie over de zaak. Dit ongeacht of de zaak door de ODT wordt uitgevoerd.
Onderbouwing
Zie de vorige principes. Het loket moet de leefomgeving adequaat kunnen informeren. De informatie die de regievoerder heeft over een zaak moet ook toegankelijk zijn voor het loket. ImplicatieDe eindklant (burger, bedrijf, andere overheid) zal rechtstreeks contact kunnen hebben met de behandelend ambtenaar. Niet alles zal via het loket verlopen. Daarom moeten er afspraken worden gemaakt over de diepgang van het loket. Daarnaast moeten er afspraken gemaakt worden over communicatienormen op bijvoorbeeld brieven. Wordt de behandelend ambtenaar op de brief benoemd en met welke contactgegevens. In het uitvoeringsloket/ketenportaal is het voor de medewerker van een bevoegd gezag mogelijk om de volgende informatie in te zien over een zaak bij ODT:
Daarnaast is de volgende functionaliteit beschikbaar in het ketenportaal:
| NORA | 27-02-2018 |
| P3.2.8 |
De dienstverlening van de omgevingsdienst is te ontsluiten naar dienstafnemer, naar opdrachtgever en naar product.
Onderbouwing
Voor de dienstafnemer (eindklant) is dit nodig om inzicht te geven in de status van de dienstverlening. Voor de opdrachtgever is dit nodig om per product inzicht te krijgen in de dienstverlening. ImplicatieVan elke zaak wordt vastgelegd:
De gemaakte afspraken over het vastleggen van de informatie in het zaaksysteem zijn vastgelegd in de dataset ODIE . Hiermee is vastgelegd welke opslag van de gegevens dit principe realiseert. Voor de verantwoording wordt verwezen naar de vastgelegde rapportages , die de datasets als bron hanteren. | . | 27-02-2018 |
| P3.2.9 |
De omgevingsdienst heeft een digitale producten- en dienstencatalogus die een verdieping vormt van de producten- en dienstencatalogi van de opdrachtgevers.
Onderbouwing
De ODT levert producten en diensten van klant tot klant. Soms is die klant de ‘echte klant’ (burger, bedrijf). Dit is zo wanneer de ODT zelf het loket heeft en de regie voert over de gehele levering. Soms is de opdrachtgever de klant van de ODT: de opdrachtgever heeft het loket en voert de regie over de levering. De ODT levert een deelproduct binnen de zaak. ImplicatieIn het eerste geval wordt het eindproduct opgenomen in de PDC , in het tweede geval het deelproduct. Voor beide producten definieert de omgevingsdienst zaaktypen waarmee het product gecreëerd wordt. Deze worden uniform vastgelegd met alle deelnemers en uniform geïmplementeerd in het VTH systeem en de gedeelde oplossing. In het geval van eindproducten worden deze ook extern via de website gepresenteerd aan de ‘echte klant’, in het geval van deelproducten niet, de ‘echte klant’ vindt dan immers het product op de PDC van de opdrachtgever. De PDC dient digitaal beschikbaar te zijn zodat verband kan worden gelegd tussen product – zaak – planning & realisatie. Daarnaast moet het mogelijk zijn voor de opdrachtgevers om producten en diensten op uniforme wijze “te bestellen” en de voortgang hiervan te volgen. Hiervoor is het ketenportaal beschikbaar. Dit is direct ook het loket voor de opdrachtgevers. Hiermee wordt ook een onderscheid gemaakt tussen statusinformatie en zaak- of omgevingsdossier inhoudelijke informatie. De loketfunctie van de bevoegde gezagen (Klant Contact Centra) zijn over het algemeen niet in staat om inhoudelijk een klant te kunnen informeren en zullen voldoende hebben aan status informatie over een zaak en algemene zaakinformatie voor bijvoorbeeld doorschakelen naar een behandelaar. Vakinhoudelijke informatie die door behandelend ambtenaren in ketenverband nodig zijn, daarvan is afgesproken dat deze gedeeld gaan worden in het omgevingsdossier dat centraal in Twente gebruikt gaat worden. Het omgevingsdossier refereert ook naar de aan het omgevingsobject gerelateerde zaken. NootDe omgevingswet voegt hier een nieuwe dimensie aan toe. In zeer korte tijd moeten zaken met ketenpartners afgehandeld worden. Hiervoor wordt door de centrale overheid een aantal voorzieningen geboden in het Digitaal Stelsel Omgevingswet(DSO) en de Samenwerkingsfunctionaliteit(SWF) Vanuit Omgevingsdienst Twente is het zinvol om de opgebouwde kwalitatieve informatie beschikbaar te stellen aan ketenpartners, zodat bij omgevingswet zaken niet alleen de beschikbare informatie in de DSO of SWF beschikbaar is, maar alle informatie in de regio, die mogelijke van invloed kan zijn op het proces, besluitvorming en verdere afhandeling van de zaak. Dit noemen we in de architectuur het omgevingsdossier . Hiervoor wil ODT een GEO-Viewer aanbieden aangesloten op de kernregistratie (kopie van relevante data in VTH-Oplossing). Z Uiteindelijk zijn er daarmee drie mogelijkheden om zaken te starten (producten te bestellen bij Omgevingsdienst Twente)
In de DSO moet het straks mogelijk zijn om de eigen PDC met (extern te bestellen)producten te publiceren. Hiervoor wordt momenteel een informatiemodel PDC opgesteld (imPDC). De ontwikkeling zal gevolgd worden, zodat de PDC in dit formaat gepubliceerd kan worden. | DSO | Aangepast 07-04-2021 |
3.4 Processen
In het bedrijfsplan (zie Referentie[1] ) is aangegeven dat de volgende processen door de omgevingsdienst worden uitgevoerd:
- Toetsing en vergunningverlening
- Toezicht en handhaving
- Klachtafhandeling
- Bezwaar & Beroep (advisering over)
- Advisering.
Het volgende onderscheid in processoorten kan worden gemaakt (zie Referentie[3] ):
- Standaardprocessen: Dit zijn gestructureerde processen met een van-klant-tot-klant benadering. De kwaliteit is van belang voor het imago en de beheersing is dominant. Voorbeeld: vergunningverlening.
- Beleidsprocessen: Dit zijn minder gestructureerde processen met een politiek-bestuurlijke sturing en inkleuring. Participatie, besluitvorming en verantwoording zijn dominant. Van belang is dat het doorlopen proces reconstrueerbaar is.
- Complexe standaardprocessen: De stappen in het proces zijn duidelijk vastgelegd in wet- en regelgeving. In die zin is het een standaardproces. De stappen zijn echter ingewikkeld, het verloop van het proces is grillig en de doorlooptijd onvoorspelbaar. De externe gerichtheid maakt het dat er veelsoortigheid is in de initiatiefnemers, de betrokkenen en belanghebbenden. Beheersing is nog steeds belangrijk (standaard), maar flexibiliteit ook (complex). Voorbeeld: RO-planvorming.
- Projecten: Deze processen worden in samenwerking met veel partijen uitgevoerd, zowel aan de kant van de opdrachtgever als aan de kant van de opdrachtnemer. Veel verschillende disciplines zijn betrokken en het proces heeft een hoog afbreukrisico (imago, politiek-bestuurlijk, financieel, juridisch). Voorbeeld: Herinrichting fysieke ruimte.
Het verschil tussen standaardprocessen en complexe standaardprocessen wordt vooral veroorzaakt doordat er anders wordt omgegaan met het voortraject. In een standaardproces is het voortraject (het vooroverleg) afgezonderd van de behandeling die start met de formele indiening van het verzoek (de aanvraag). Bij een complex standaardproces is dit niet het geval, het overleg verloopt interactief en is integraal onderdeel van het gehele proces.
In onderstaande tabel is de relatie tussen de processen en de processoorten weergegeven:
Processen
|
Processoort
|
Toetsing en vergunningverlening | Standaardprocessen (zaakgericht) |
Toezicht en handhaving | Standaardprocessen (zaakgericht) |
Klachtafhandeling | Standaardprocessen (zaakgericht) |
Bezwaar & Beroep | Standaardprocessen (zaakgericht) |
Advisering | Standaardprocessen (zaakgericht) |
Hieruit blijkt dat de primaire processen van de omgevingsdienst allen met zaakgericht werken zijn uit te voeren. Voor de secundaire processen zal dat deels ook het geval zijn, denk aan inkoop en aanbesteding. Ook in projecten waaraan de omgevingsdienst deelneemt zal sprake zijn van activiteiten die een zaakgericht karakter hebben. Het gehele project is dan te beschouwen als een ‘superzaak’ waar meerdere kleinere zaken in worden behandeld.
In de praktijk is dit geregeld met het zaaktype: project uitvoeren.
Bedrijfsarchitectuur: processen
| |||
Code
|
Principe/Toelichting
|
Status
| Datum |
P3.3.1 |
Zaakgericht werken: De omgevingsdienst werkt zaakgericht. Elke activiteit van de omgevingsdienst wordt als een (onderdeel van een) zaak beschouwd.
Onderbouwing
Het overgrote deel van het werk is zaakgericht. Het betreft standaardprocessen waar kwaliteit en beheersing dominant zijn. Om de eindklant adequaat van informatie te kunnen voorzien is een zaakgerichte benadering voor de hand liggend. Daarom wordt het begrip zaak centraal gesteld zodat van daaruit verbanden kunnen worden gelegd naar de eindklant, bevoegd gezag, het product en de gebruikte middelen. ImplicatiesBinnen omgevingsdiensten wordt over het algemeen zaakgericht gewerkt en zijn er diverse uitwerkingen voorhanden die gebruikt kunnen worden. Hier komt bij dat er een uniform proces en uniforme inrichting van het VTH-systeem met alle deelnemers wordt nagestreefd. Hierbij is gebruik gemaakt van een “best-practice” inrichting van de leverancier. Het is zaak om dit op een hoger niveau in een zaaktypecatalogus te beschrijven, zodat hierover werkafspraken gemaakt kunnen worden. Voor de ondersteuning van zaakgericht werken is de VTH-Oplossing PowerBrowser van Genetics uit de aanbesteding gekomen. De aanbesteding is gevoerd samen met Noaberkracht, gemeente Almelo, gemeente Hof van Twente, gemeente Twenterand. De oplossing is in een multi-tennant omgeving neergezet. Voor de aanbesteding is de projectstartarchitectuur VTH-Oplossing geschreven die het zaakgerichtwerken en architectuurprincipes verder heeft verdiept. Voor documentgeneratie binnen de VTH-Oplossing is hier later Xential geselecteerd als oplossing. De ODT heeft een eigen implementatie van het VTH-systeem ‘PowerBrowser’, inclusief een eigen (geoptimaliseerde) procesinrichting. Daar waar voorheen in een enkel systeem per bevoegd gezag gewerkt werd, wordt nu met gedeelde informatie gewerkt en zijn er afspraken gemaakt op hoofdlijnen. | Referentie[6,7] | Aangepast 07-04-2021 |
P3.3.2 |
Adviestaak leidt tot zaak bij omgevingsdienst: De omgevingsdienst maakt voor de behandeling van een adviestaak een zaak aan. De adviestaak wordt zaakgericht afgehandeld.
Onderbouwing
De zaak wordt opgebouwd bij de opdrachtgever. Conform P 3.1.5 en P 3.3.1 worden voor de verschillende adviezen een product gevraagd van de omgevingsdienst. Voor de ODT is dit een zaak, vanuit de opdrachtgever gezien een deelzaak (of ook wel bijdragezaak genoemd). ImplicatieDe zaaktypes (en de implementaties daarvan in het systeem) dienen op elkaar aan te sluiten en volgen het bezegelde niveau van dienstverlening P 3.2.1 Dit is uitgewerkt in de werkinstructie Algemene uitgangspunten zaakgericht werken OD Twente . Dit is alleen zichtbaar voor medewerkers ODT. | 27-02-2018 | |
Verwijder dit item
Weet u het zeker?
| Huidig | Id | Gebruiker | Tijdstip wijziging | Opmerking bij versie |
|---|---|---|---|---|
| 22426 | Onbekend | 17-06-2024 14:28 | Admin actie: pagina opnieuw opgehaald en geconverteerd | |
| 21359 | Jurjen Roels | 15-05-2024 10:03 | ||
| 21358 | Jurjen Roels | 15-05-2024 09:58 | Admin actie: pagina opnieuw opgehaald en geconverteerd | |
| 20119 | Onbekend | 14-05-2024 19:51 | Conversie van XWiki voltooid | |
| 19453 | Onbekend | 14-05-2024 19:49 | Initiële versie aangemaakt | |
| 19454 | Onbekend | 14-05-2024 19:49 |
Nog geen opmerkingen